Corona-vaccinatie op de werkvloer

19 maart 2021 in Nieuws

Op grote schaal vaccineren: dat zou de oplossing moeten zijn voor het COVID-19-probleem. Veel organisaties hebben er baat bij dat de coronamaatregelen opgeheven worden, het verzuim door quarantaine en isolatie lager wordt en dat de economie weer op volle toeren gaat draaien. Alle hoop is gericht op een succesvolle, duurzame werking van het vaccin. Maar wat mag een werkgever daarbij van zijn werknemers verwachten?

Een gezonde en veilige werkomgeving: dat is een taak voor zowel werkgever als werknemer. De werkgever moet ervoor zorgen dat hij alle maatregelen treft die nodig zijn en zijn werknemers daarover duidelijke instructie geven. De werknemer moet veilig en gezond werken en de instructies van de werkgever opvolgen. Wat mogen een werkgever en een werknemer van elkaar verwachten als het gaat om vaccinatie tegen het coronavirus?

Vaccinatie niet verplichten

Een werkgever mag een werknemer niet verplichten zich te laten vaccineren. Dit is in strijd met het (mensen)recht op lichamelijke integriteit. Lichamelijke integriteit betekent dat iedereen zelf beslist wat er wel of niet met het eigen lichaam gebeurt, wie het aanraakt of welke handelingen worden uitgevoerd. Een werkgever mag ook niet bij een werknemer informeren of hij ingeënt is. Dit is in strijd met het recht op privacy.

Een inenting is een medisch gegeven. In de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) zijn medische gegevens aangemerkt als ‘bijzondere persoonsgegevens’. Dat betekent dat er een wettelijke grondslag moet zijn om die gegevens te mogen verwerken.

Voor werkgevers is er geen wettelijke grondslag voor die verwerking. Een bedrijfsarts mag wel vragen naar een vaccinatie, maar mag het antwoord van de werknemer vervolgens niet delen met de werkgever.

Geen opzet bij weigeren vaccin

De regel is dat de werkgever geen loon bij ziekte hoeft uit te betalen als een werknemer de arbeidsongeschiktheid opzettelijk veroorzaakt. Maar het weigeren van een coronavaccinatie staat niet gelijk aan opzettelijk besmet worden. Als een werknemer weigert zich te laten vaccineren en hij raakt arbeidsongeschikt door een coronabesmetting moet de werkgever daarom gewoon loon bij ziekte aan de werknemer uitbetalen.

Voor de werkgever is het dus belangrijk dat zo veel mogelijk werknemers zich laten vaccineren tegen COVID-19. Toch zijn de mogelijkheden die hij heeft om dit te stimuleren beperkt. De werkgever kan aan de werknemers mededelen waarom hij het vaccineren belangrijk vindt, eventueel in samenwerking met de arbodienst of bedrijfsarts.

Druk uitoefenen is echter uit den boze en vaccinatie verplichten is geen optie. Of iemand zich laat vaccineren, is een keuze die hij zelf moet maken.

Verlof voor vaccinatie?

Dat vaccinatie vrijwillig is, kan voor vragen over verlof zorgen. Bestaat er recht op het calamiteitenverlof of ander kort verzuimverlof voor de benodigde tijd voor zo’n vrijwillige vaccinatie?

Het is goed voor te stellen dat werkgevers deze vraag krijgen; als de werknemer twee keer voor een vaccinatie naar een centrale GGD-locatie moet, hij ver van die locatie woont én het niet buiten werktijd te plannen is, kost dit veel tijd.

De werkgever kan een statement maken (en de drempel om een vaccinatie te halen verlagen) door het verlof sowieso toe te kennen. Dit moet wel passen binnen de arbeidsvoorwaardelijke afspraken. De werkgever kan ook de reiskosten naar en van de vaccinatielocatie vergoeden. Hij is echter niet verplicht om dit te doen.

Belang werkgever bij vaccinatie

Zoals gezegd mag een werkgever vaccinatie niet verplichten. Dit is in strijd met de grondwet waarin staat: ‘Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op onaantastbaarheid van zijn lichaam’.

Het kabinet heeft al laten weten dat er geen wet komt die vaccinatie algemeen verplicht stelt. Vaccinatie verplichten kan dus niet, maar mag een werkgever consequenties verbinden aan de keuze van een werknemer om zich niet te laten vaccineren?

Een werknemer kan zich niet onbeperkt beroepen op zijn grondrechten. Soms moet een grondrecht wijken voor een ander (groot) belang. In het geval van COVID-19 is er een groot maatschappelijk belang, namelijk de volksgezondheid.

Daarnaast zijn de rechten en vrijheden van andere mensen ook van belang. De vraag is daarom: is het belang van een werkgever bij vaccinatie groot genoeg om een ontslag te rechtvaardigen?

De verwachting is dat de rechter in de meeste gevallen zal oordelen dat het belang van de werkgever bij vaccinatie niet groot genoeg is. Er zijn namelijk nog andere opties die de werkgever kan toepassen. Denk aan de bekende coronamaatregelen. En als dat niet volstaat, kan de werkgever bekijken of hij de werknemer binnen de organisatie kan herplaatsen op een plek waar het COVID-19-risico minder relevant is.

Het belang van de werkgever zal – naar verwachting – in de meeste gevallen moeten wijken voor het belang van de werknemer. Bij bepaalde beroepen is het belang van vaccinatie groter dan in andere beroepen.

Denk bijvoorbeeld aan specifieke groepen zorgpersoneel. Bij deze beroepen zou een ontslag eerder aan de orde kunnen zijn. Het is uiteindelijk aan de rechter om de kaders van de belangenafweging duidelijk te maken.

Vastleggen inenting mag niet

Een werkgever mag niet aan een werknemer vragen of hij is ingeënt. Dit is in strijd met het recht op privacy. Het eerste probleem waar u bij deze vraag tegenaan loopt, is dus dat u vaak niet weet welke werknemers wel of niet gevaccineerd zijn

Het is natuurlijk mogelijk dat een werknemer zijn vaccinatie of zijn weigering zich te laten vaccineren spontaan bij u meldt. Let er dan wel op dat u dit niet vastlegt: vastlegging is ook bij een spontane melding van de werknemer verboden vanwege de AVG.

U mag een werknemer alleen ander, passend werk aanbieden als hij zijn eigen werk zonder vaccinatie niet kan of mag uitvoeren. Als de werknemer sinds de coronacrisis steeds zijn eigen werk heeft gedaan, dan zal het voor de werkgever lastig zijn om aan te tonen dat de werknemer zonder vaccinatie niet door kan werken. Dit is uiteraard makkelijker aan te tonen voor die gevallen waarin het – wellicht in de toekomst – wettelijk niet meer is toegestaan om zonder vaccinatie te werken in een bepaalde functie of organisatie.

Passend werk aanbieden

Als de werkgever kan bewijzen dat een werknemer zonder vaccinatie zijn eigen werk niet kan en mag uitvoeren, moet hij de werknemer passend werk aanbieden. Passend werk is werk dat redelijkerwijs van de werknemer verwacht kan worden. Het moet – indien mogelijk – gaan om vergelijkbaar werk, op hetzelfde niveau als de functie van de werknemer.

Bron: HR Rendement

 

Andere recente berichten

Image
Image
Image

Is uw organisatie HR Proof

Neem contact met ons op